Home > projectenoverzicht > 5.1 Leeswijzer
5.1 Leeswijzer
In dit hoofdstuk worden de investeringsprojecten en -programma’s van de ministeries van VROM, VenW, EZ en LNV beschreven in de vorm van project- of programmabladen. Per project/programma wordt beleids- en projectinformatie gegeven.
Het hoofdstuk begint met een overzicht van projecten die in 2008 zijn/worden gerealiseerd dan wel opgeleverd. Met betrekking tot de VenW projecten wordt opgemerkt dat het kan voorkomen dat na oplevering financiële verplichtingen nog doorlopen; hierom kan een gerealiseerd project nog wel in de tabellen zijn opgenomen. Na dit overzicht worden de lopende verkenningen, planstudie, realisatieprojecten/programma’s en beheer- en onderhoudsprojecten besproken. Dit gebeurt eerst op nationaal niveau en daarna op gebiedsniveau, in de volgorde Randstad, West overig, Zuid, Oost en Noord. Binnen deze katernen zijn de projecten en programma’s opgenomen in volgorde van de rijksbegroting, dus eerst VROM (hoofdstuk XI) en daarna VenW (hoofdstuk XII), EZ (hoofdstuk XIII) en LNV (hoofdstuk XIV).
Een belangrijk verschil ten opzichte van het MIRT Projectenboek 2008 is dat de hoofdwegenprojecten die vallen onder de ZSM Spoedwetprojecten of het ZSM Benuttingsprogramma niet meer separaat zijn opgenomen in dit hoofdstuk. De desbetreffende projecten zijn terug te vinden op de bladen ZSM 1 Spoedwetprojecten en ZSM 2 Benuttingsprogramma.
Het gaat om de volgende projecten:
- A1/A6/A9 CRAAG, benutting (in samenhang met A7 Zaanstad - Purmerend, benutting en A9 Velsen - Badhoevedorp, benutting en A4/A10 - Zuid, benutting);
- A9 Velsen - Badhoevedorp, benutting (in samenhang met A1/A6/A9 CRAAG, benutting en A7 Zaanstad - Purmerend, benutting en A4/A10 - Zuid, benutting);
- A7 Zaanstad - Purmerend, benutting (in samenhang met A1/A6/A9 CRAAG, benutting A9 Velsen - Badhoevedorp, benutting en A4/A10 - Zuid, benutting);
- A2 Den Bosch - Eindhoven;
- A2 Leenderheide - Valkenswaard;
- A12 Utrecht - Maarsbergen;
- A12 Maarsbergen - Veenendaal;
- A12 Veenendaal - Ede;
- A28 Hattemerbroek - Zwolle - Meppel (inclusief kortsluiting A28 / A32).
Daarnaast zijn ook de waterbeherenprojecten Haringvliet De Kier, Sanering Waterbodems en Programma Herstel & Inrichting als aparte bladen komen te vervallen. Deze projecten maken vanaf dit jaar onderdeel uit van het (blad) Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren.
Meer informatie
5.1.1 Indeling project/programmabladen
De bladen zijn opgebouwd volgens een vaste indeling. Voor verkenningen wordt een korte beschrijving van het knelpunt weergegeven.
Bij planstudie- en realisatieprojecten/programma’s en beheer en onderhoudsprojecten wordt ingegaan op de volgende punten:
Probleem
Beschrijving van het knelpunt/probleem.
Beschrijving oplossing
De gekozen oplossing of de (mogelijke) oplossingen/onderzoeksvarianten voor het aangegeven knelpunt/probleem.
Inpassing
Eventuele grootschalige inpassingmaatregelen.
Tijdschema mijlpalen
De planning van het project/programma, met aandacht voor de start van de realisatie en de oplevering.
Voor VenW-projecten geldt nog specifieke aandacht voor tijdstip tracé- of projectbesluit.
Financiën
Hier wordt het (taakstellende) budget of een eventuele reservering van rijksmiddelen gegeven. Als dat niet mogelijk is, wordt een raming van de (project)kosten gegeven.
Bij VenW-projecten worden ook de uitvoeringskosten van Rijkswaterstaat (RWS) gepresenteerd (BLD-bijdrage) en wordt – waar relevant – aangegeven met hoeveel tolopbrengsten rekening wordt gehouden. Beheer- en onderhoudskosten maken geen deel uit van het gepresenteerde taakstellend budget voor realisatie- en planstudieprojecten.
VenW deelt projecten op in financiële categorieën, die apart op de projectbladen worden gemeld:
Categorie 0:
Projecten, waarvoor een uitvoeringsbesluit is genomen (financiering is rond).
Categorie 1:
Planstudies voor projecten met de volgende kenmerken:
De start van de realisatie van het project is voorzien in de periode tot en met 2014;
- Er is in de periode tot en met 2014 zicht op financiële middelen en/of er zijn reeds besluiten genomen over het (voorlopig) reserveren/beschikbaar stellen van financiële middelen;
- Er wordt bekeken of er aanvullende financiële middelen beschikbaar gesteld kunnen/zullen worden voor het project (via andere begrotingen, zoals het FES, via andere overheden en/of via private partijen).
Categorie 2:
Planstudies voor projecten met de volgende kenmerken:
- De mogelijke start van de realisatie van het project is voorzien in de periode 2015 - 2020;
- De mogelijke projecten voor deze fase zijn bekend, maar er is voor de periode 2015 - 2020 nog onvoldoende zicht op financiële middelen voor een bouwvariant van het project;
- Er wordt bekeken of er financiële middelen beschikbaar gesteld kunnen/zullen worden voor het project (reguliere middelen én middelen via andere begrotingen, zoals het FES,via andere overheden en/of via private partijen).
Politiek/bestuurlijk
De politiek-bestuurlijke afspraken tussen VROM, VenW, EZ en/of LNV, de Tweede Kamer, decentrale overheden en/of andere partijen.
Marktbenadering
De wijze waarop de ‘markt’ betrokken wordt bij de projectontwikkeling. Alle VenW-projecten boven de E 112,5 miljoen zijn/worden beoordeeld op de meerwaarde van een eventuele PPS. Dit gebeurt in verschillende stadia van de projecten.LI>
Projecthistorie
Toelichting op de wijzigingen met betrekking tot bovengenoemde punten die zich in het huidige begrotingsjaar (2009) ten opzichte van het vorige begrotingsjaar (2008) hebben voorgedaan. In ieder geval worden opgenomen wijzigingen in de financiën (zowel kostenstijgingen als -dalingen) toegelicht indien de wijziging meer dan 10% is ten opzichte van de vorige begroting. Wijzigingen in het tijdschema worden in elk geval opgenomen als er sprake is van een versnelling of vertraging van het project met meer dan 1 jaar ten opzichte van de vorige begroting.
5.1.2 Kostenmutaties bij VenW-projecten
Kostenmutaties van projecten worden ingepast in het totale infrastructuurprogramma op basis van zorgvuldige afwegingen. In het geval van kostenstijgingen bij een gekozen planstudievariant en bij projecten in uitvoering wordt per project beoordeeld hoe die binnen het totale programma kunnen worden opgelost.
Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- eerst wordt bekeken of de kosten bij de uitvoering van het project teruggebracht kunnen worden (bijvoorbeeld door het gebruik van andere materialen of technieken);
- daarna wordt onderzocht of de scope dan wel de functionaliteit van het project kan worden aangepast;
- als de kostenstijging niet binnen het project zelf kan worden opgevangen wordt bekeken of andere projecten binnen de desbetreffende regio en het desbetreffende deelprogramma kunnen worden versoberd of vertraagd (zodanig dat het totale programma weer financieel sluitend is);
- mocht dit alles geen oplossing bieden zal binnen het totale infrastructuurprogramma een oplossing worden gezocht, zo nodig ten koste van het betreffende of een ander planstudieproject.