Home > gebieden > oost > 3.4 Landsdeel Oost
3.4 Landsdeel Oost
3.4.1 Karakteristieken
Oost-Nederland bestaat uit de provincies Gelderland en Overijssel. In (inter)nationaal perspectief bevinden de beide provincies zich, op verschillende schaalniveaus, tussen grote economische concentraties. In oost-westelijke richting langs de assen A12 en A15 speelt vooral de dynamiek tussen en relaties met de Randstad en het Ruhrgebied (en verder). Voor de internationale concurrentiepositie van Nederland en de regio ligt hier een economische potentie die vraagt om uitstekende verbindingen en voorzieningen. Meer naar het noorden wordt een ontwikkeling in oostwestrichting zichtbaar op de as A1 tussen de Randstad en Berlijn (en verder). Deze ontwikkeling wordt vooral gekenmerkt door een toename van het vrachtverkeer.
Het landsdeel Oost ondervindt een toenemende verstedelijkingsdruk vanuit het westen op de woningmarkt en op de markt voor uitgeefbare bedrijvenkavels, vanwege de ligging in de eerste schil rond de Randstad. Met name bij bedrijven die verplaatsen uit de Randstad leeft de wens om personeel mee te laten verhuizen. In het huidige ruimtelijke beleid heeft het landsdeel geen opvangtaak voor de Randstad. Dit neemt niet weg dat verdringingsprocessen optreden op de woningmarkt en ten aanzien van bedrijventerreinen. Hier ligt een opgave om met het oog op de toekomst gezamenlijk een passende ruimtelijke strategie te ontwikkelen. Hierbij doen zich kansen voor ten aanzien van bundeling van verstedelijking rond (H)OV-assen.
Een specifieke opgave voor het landsdeel is er in gelegen de aanwezige groene kwaliteit te behouden en te versterken door bij het geleiden van de verstedelijkingsdruk maximaal in te zetten op bundeling, inbreiding en herstructurering. Belangrijk is ook ‘behoud door ontwikkeling’ van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). De NHW begrenst als het ware de oostkant van de Randstad en vormt een ‘natuurlijke’ contramal voor de verstedelijking op de stedelijke ring.
Naast de sterke combinatie van kwalitatief hoogwaardige groenstructuren en dynamische stedelijke gebieden wordt landsdeel Oost gekenmerkt door de aanwezigheid van de grote rivieren. Deze rivieren hebben vanuit het verleden welvaart gebracht en bieden ook nu nog volop mogelijkheden voor hoogwaardige stedelijke ontwikkelingen, recreatie en vervoer over water, maar ook op het gebied van veiligheid ligt er een belangrijke opgave. De aanwezigheid van deze rivieren is van invloed op het functioneren van mobiliteitsnetwerken. Bij rivierovergangen kunnen door het samenkomen van lokaal, regionaal en nationaal verkeer knelpunten ontstaan. Dit wordt zichtbaar op de A2-as, op de A50/Stadsbrug/A325 bij Nijmegen, op de A1 bij Deventer en bij de mogelijke doortrekking van de A15.
In Oost-Nederland liggen twee nationale stedelijke netwerken (Stadsregio Arnhem-Nijmegen en Regio Twente), twee meer regionale stedelijke netwerken (Stedendriehoek en Zwolle-Kampen Netwerkstad) en een regionaal stedelijk netwerk in opkomst (WERV: Wageningen, Ede, Rhenen, Veenendaal). De grootste vervoerstromen en de belangrijkste ruimtelijk-economische ontwikkelingen vinden plaats rond en naar/vanuit deze netwerken.
3.4.2 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Karakteristiek voor de Stadsregio Arnhem - Nijmegen zijn de rivieren de Waal, de Rijn en de IJssel met hun uiterwaarden, de bosrijke stuwwallen van de Veluwe en het Rijk van Nijmegen. Dit zijn samen met de grens met Duitsland de natuurlijke grenzen van de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. De regio staat bekend om haar goede vestigingsklimaat voor bedrijven, vanwege de strategische ligging tussen de Randstad en het Duitse Ruhrgebied, aan grote infrastructuur zoals de A12, de A15 en de Betuwelijn, de aanwezigheid van kenniscentra met een breed scala aan onderwijs- en culturele voorzieningen en een gevarieerd aanbod aan woon-, werk- en landschappelijke milieus. De stadsregio omvat twee grote centrumsteden (Arnhem en Nijmegen), drie middelgrote kernen (Wijchen, Elst en Zevenaar) en meerdere kleinere kernen. In de economische agenda van de stadsregio worden vijf belangrijke clusters genoemd: Gezondheid, Zorg en welzijn, Energie en milieu (inclusief innovatieve glastuinbouw), Halfgeleiders en technologie, Toerisme en Mode en vormgeving, naast de meer traditionele clusters die al in de stadsregio aanwezig zijn.
De stadsregio moet de komende jaren de voorziene economische en fysieke groei kunnen accommoderen en de bereikbaarheid verbeteren, waarbij tegelijkertijd de bestaande ruimtelijke kwaliteiten van de regio en de onderlinge samenhang verder moeten worden verbeterd. De gewenste en ingezette schaalsprong kan alleen worden gerealiseerd door meer transformatie van het bestaande stedelijke gebied en door uitbreiding in het middengebied tussen Arnhem en Nijmegen. In de ontwikkeling van de stadsregio staan duurzame ontwikkeling, herstructurering, intensivering en functieverandering centraal. Dit vraagt om samenhangende en integrale gebiedsontwikkeling. Twee integrale gebiedsontwikkelingen vormen de belangrijkste basis, de Centrale OntwikkelingsZone Arnhem (COZA) en Nijmegen omarmt de Waal. Bij beide is sprake van Publiek-Publieke en in sommige gevallen tevens Publiek-Private Samenwerking.
COZA is de overkoepelende naam voor zes integrale gebiedsontwikkelingen ten noorden en ten zuiden van de Rijn om het (inter-)nationale vestigingsklimaat voor hoogwaardige bedrijvigheid èn daarmee de concurrentiepositie te verbeteren. Deze gebiedsopgaven zijn:
- de schaalsprong en vernieuwing van het mobiliteitsknooppunt Nieuw Sleutel Project Arnhem Centraal;
- de transformatie van de stedelijke centrumlocatie en vernieuwing van het wederopbouwdeel van de binnenstad (Rijnboog);
- het verbinden van de relatie van de stad met de rivier (Rijnboog);
- ‘Ruimte voor de Rivierproject’ Stadsblokken-Meinerswijk, de transformatie van een voormalig bedrijventerrein naar een nieuw stedelijk gebied (project Centrum Oost);
- de transformatie van de Nijmeegse weg tot stadsallee bij de stadsentree Malburgen (project Malburgen/ Nijmeegseweg);
- de ruimtelijke cohesie en betere hechting aan de stad door centrumvorming in stadsdeel Zuid (project Centrum Zuid).
‘Nijmegen omarmt de Waal’ is de overkoepelende naam van de integrale centrumprojecten die mooie en duurzame Waaloevers realiseren. Dit project bestaat uit de onderdelen:
- Citadel (onderdeel VINEXlocatie Waalsprong);
- ontwikkeling van het Waalfront (onderdeel van het project Koers West);
- aanleg van de Stadsbrug;
- revitalisering bedrijventerreinen Noord- en Oost Kanaalhavens (Koers-West);
- dijkverlegging bij Lent (basismaatregel PKB Ruimte voor de Rivier).
De stadsregio kampt al enige jaren met een bereikbaarheidsprobleem op het hoofdwegennet en het onderliggende wegennet. Om de bereikbaarheid in de toekomst op peil te kunnen houden wordt een planstudie A15/A12 Bereikbaarheid regio Arnhem - Nijmegen uitgevoerd, waarin naast het doortrekkingsalternatief van de A15 van knooppunt Ressen tot de A12, ook andere alternatieven worden onderzocht, waaronder de opwaardering van de bestaande infrastructuur. De stadsregio heeft voor het doortrekkingsalternatief (A15-A12) al een gebiedsvisie opgesteld. Voor de bereikbaarheid over de weg zijn daarnaast de volgende projecten van belang: A12 Waterberg - Velperbroek (ZSM 2), A12 Ede - Grijsoord, de gebiedsgerichte verkenning A73 Ewijk - Rijkevoort, de A50 Ewijk - Valburg en de A50 Valburg - Grijsoord (ZSM 2). De belangrijkste opgaven op het gebied van OV zijn de uitwerking en realisatie van het Masterplan OV en Stadsregiorail. Daaruit dient zich een tweetal projecten aan die nu nog in studie zijn (regioverkenning) en waarover de komende tijd nadere besluitvorming zal plaatsvinden. Dit zijn de spoorcorridor Arnhem - Doetinchem en een mogelijk tweede HOV as tussen Arnhem en Nijmegen. Wat betreft de spoorinfrastructuur wordt in Arnhem het station uitgebreid met een vierde perron, het emplacement aangepast en, ten behoeve van het conflictvrij kunnen afwikkelen van het kruisend treinverkeer op de baanvakken naar Nijmegen en Utrecht, een vrije kruising aan de westzijde van het station gerealiseerd. Naast dit project onder de verzamelnaam Sporen in Arnhem wordt in het kader van PHS een planstudie gestart naar de capaciteitsuitbreiding corridor Utrecht-Arnhem.
Binnen de A12-zone de Liemers, tussen Arnhem en de grens met Duitsland, voorziet de Stadsregio in de ontwikkeling van 135 hectare nieuw regionaal bedrijventerrein. Daarbij staat de koppeling tussen economie, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit centraal. In de A15-zone, aan de Betuweroute ten oosten van Valburg, geldt de aanleg van 85 hectare nieuw bedrijventerrein als belangrijke (boven)regionale opgave. De ontwikkeling daarvan wordt nauw afgestemd op de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen. Ook hier gaat veel aandacht uit naar thema’s als segmentering, fasering, uitgiftebeleid en landschappelijke inpassing. Park Lingezegen tenslotte is een strategisch groenproject in aanleg tussen Arnhem en Nijmegen met een hoofdrol voor het riviertje de Linge. Het park (1.500 ha) voorziet in de groeiende behoefte aan recreatief groen in deze regio. Het accent zal liggen op recreatie, maar er is ook ruimte voor natuur, landbouw en water waarmee wordt aangesloten op de bestaande kwaliteiten van het landschap. Tussen regio en rijk is overeengekomen dat Park Lingezegen wordt aangewezen als nieuwe rijksbufferzone binnen het bestaande ILG. Voor de ontwikkeling van de glastuinbouw in de regio fungeert het LOG Bergerden als concentratiegebied.
Overig Gelderland: WERV
In aansluiting op de Stadsregio Arnhem - Nijmegen ligt de regio Wageningen - Ede - Rhenen - Veenendaal (WERV) langs belangrijke vervoersassen als de A12, A50, de spoorlijn Utrecht - Arnhem - Duitsland en de Rijn. Het WERV-gebied ontwikkelt zich tot een regionaal stedelijk netwerk en economisch kerngebied. Vooral vanwege het sterke kenniscluster Food Valley met het Center for Advanced Technology (CAT) Agrofood Ede kan deze regio een bijdrage leveren aan de concurrentiepositie van Nederland, mede in relatie tot het Health cluster in de stadsregio. De drie kennisclusters Food Valley, Health Valley en Technology Valley zijn op nationaal niveau gekoppeld onder de noemer Triangle (Pieken in de Delta). Er wordt geïnvesteerd in infrastructuur (A12) en de gebiedsontwikkeling Ede-Oost (stationslocatie) om de aantrekkelijkheid en bereikbaarheid van de regio te vergroten voor bedrijven die passen binnen het Food Valley concept.
Meer informatie
3.4.3 Regio Twente
De Regio Twente wordt gekenmerkt door het stedelijke netwerk van Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal en Borne en de aanwezigheid van veel kleinere kernen. De Regio heeft een goede aansluiting op (inter)nationale infrastructuurnetwerken. Kenmerkend is verder het kleinschalige, agrarische en bosrijke cultuurlandschap. Het economische profiel heeft zich ontwikkeld van een aanvankelijk sterke gerichtheid op industrie (textiel, metaal) naar een krachtig kenniscentrum met specialisme in technologie (Technology Valley) en innovatie. Ten behoeve van de voorgestane toekomstige ruimtelijke en economische ontwikkelingen van het gebied is een ruimtelijke ontwikkelingsagenda opgesteld. De regio zet in op het versterken van de hoofdverbindingen met andere kennisregio’s, alsmede de as tussen de Randstad en Centraal en Oost Europa (A1-as) en de luchthaven Twente; het ontwikkelen van een multimodaal ontsloten toplocatie Centraal Station Twente, van hoogwaardige vestigingslocaties voor bedrijven, van hoogwaardige woonmilieus, het versterken van groen/blauwe structuren alsmede het optimaliseren van de interne bereikbaarheid van het stedelijk netwerk.
Voor de Regio Twente is allereerst de ontwikkeling van de stationsomgeving Centraal Station Twente én de transformatie van een 50 hectare (Hart van Zuid) groot binnenstedelijk industrieterrein in Hengelo van belang. Het gebied wordt getransformeerd tot een attractief en dynamisch nieuw stadsdeel om te wonen, te werken, te leren en stedelijk te recreëren. Het station Hengelo ontwikkelt zich tot het centraal station van Twente met goede internationale railverbindingen (Berlijnlijn). Er wordt gestreefd naar een zakencentrum (inclusief een WTC-vestiging) van internationale betekenis en een regionaal voorzieningenniveau op het gebied van onderwijs, kunst & cultuur en congres- en hotelfaciliteiten. Ter versterking van de economische en kennis & innovatie structuur wordt de ontwikkeling van twee majeure projecten gestimuleerd:
- Kennispark Twente, dat gericht is op het stimuleren van innovatie op en rond het terrein van de Universiteit Twente en waar men in 2020 in totaal 10.000 nieuwe kennisintensieve arbeidsplaatsen wil realiseren. De verbetering van de bereikbaarheid van Kennispark (inclusief Business- en Sciencepark) alsmede van het havengebied (TOPPER-gebied) is van groot belang en is derhalve het belangrijkste infrastructuurproject van Enschede;
- XL Businesspark Twente, een regionaal bedrijventerrein van 180 hectare voor grote ruimtevragers (minimaal 2 hectare), dat op gezamenlijk initiatief van de provincie Overijssel en de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo en Enschede in ontwikkeling en uitvoering is.
De ontwikkeling en versterking van de groenblauwe structuur zijn van groot belang voor Twente. De Groene Poort speelt hierbij een belangrijke rol als landschappelijke, ecologische en toeristisch-recreatieve verbinding tussen waardevolle natuurgebieden in Zuidwest en Noordoost Twente.
Water als transportas is van belang voor het goederenvervoer van en naar de Regio Twente. Gezien het economische belang is het rijk in samenwerking met de regio bezig met het versterken van de hele logistieke keten door het aanpakken van zowel de vaarweg (planstudie Twentekanalen, fase 2 inclusief sluis Eefde) als de nabij de havens gelegen, verouderde bedrijventerreinen. Daarnaast wordt gewerkt aan verbetering en herstructurering van de bedrijventerreinen en binnenhavens in Enschede, Hengelo en Almelo (TOPPER-subsidie).
Investeringen in de infrastructuur zijn sterk afhankelijk van de uitkomst van deze onderzoeken en de gekozen ontwikkelingsrichting. Voor de verbetering van de bereikbaarheid over de weg zijn de A1, A35 en de N18 van groot belang. In 2009 zal worden gestart met de bouw van de combitunnel door Nijverdal als onderdeel van de N35 Zwolle - Almelo. De combitunnel verbindt de noord- en de zuidzijde van Nijverdal en heft de barrièrewerking van het spoor op. Voor de A1 zone Apeldoorn - Duitse grens wordt door de regio een visie ontwikkeld (gebiedsontwikkeling A1-zone), met als belangrijkste doel de ontwikkelingskansen van de A1 zone te benutten, alsmede kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken. Voor het Twentse deel van de A1/A35 zone betekent dit dat met name het stedelijk netwerk zich beter kan profileren als het concentratiegebied voor wonen, werken en voorzieningen, waarbij tevens de aanwezige hoogwaardige landschappelijke kwaliteiten worden behouden en waar mogelijk versterkt. Wat betreft ruimtebeslag wordt rekening gehouden met uitbouw naar 2x 3 rijstroken op termijn.
De militaire vliegbasis Twente is eind 2007 gesloten. Momenteel wordt gewerkt aan een gebiedsontwikkelingsplan voor het totale circa 475 hectare grote gebied, waarbij onder meer de haalbaarheid van een eventuele doorstart als vliegveld ná 2010 wordt onderzocht. Tot die tijd wordt getracht het vliegveld beschikbaar te houden voor burgerluchtvaart. Mede vanwege de aanzienlijke grondposities van het rijk is het GOB betrokken bij de gebiedsontwikkeling.
Meer informatie
3.4.4 S tedendriehoek Apeldoorn - Deventer - Zutphen
De Stedendriehoek omvat drie middelgrote steden in een fraaie en gevarieerde groene omgeving. De vijf speerpunten zijn: A1-zone, IJsselzone, Groene Pracht, realisering van de regionale woon- en werklocaties en de samenwerking overheid – ondernemers – onderwijs (vooral innovatie).
De snel groeiende congestie op de A1 en delen van het onderliggend wegennet gaat op termijn een belemmering vormen voor de ontwikkeling van het gebied. Als vervolg op Gebiedsgerichte Verkenning A1 uit 2007 wordt onderzoek gedaan naar de bereikbaarheidsproblematiek in de A1 corridor Apeldoorn - Deventer. Najaar 2008 willen rijk en regio een uitspraak doen over het wel of niet starten van een studie naar capaciteitsuitbreiding van de A1 corridor. Prognoses voorspellen bij en ten oosten van Deventer oplopende congestie. Een specifiek probleem is het beperkte aantal brugverbindingen over de IJssel, waardoor overbelasting van de enige alternatieve routes plaats vindt: de bruggen in de historische binnensteden van Deventer en Zutphen. Voor de gebiedsontwikkeling langs de A1-zone in bredere zin wordt op initiatief van Overijssel in samenwerking met VROM, Gelderland en de regio’s Stedendriehoek en Twente in 2008 een visie op de ‘Gebiedsontwikkeling A1-zone’ opgesteld. Hierbij wordt een link gelegd met de verkenning naar de bereikbaarheidsproblematiek in de A1 corridor. De Stedendriehoek stelt zichzelf in deze A1-zone verschillende opgaven, zoals de stationsomgevingen en mulitimodale knooppunten, waaronder een transferium in combinatie met een voorstadhalte Deventer-Zuid bij de kruising A1-N348- Noord-spoorlijn. Bij de IJsselzone gaat het om de combinatie van rivierkundige maatregelen (PKB Ruimte voor de Rivier) met ruimtelijke opgaven. Bij Zutphen wordt ‘de IJsselsprong’ ontwikkeld, een regionale woningbouwlocatie van 3.000 woningen. Door deze te combineren met een hoogwatergeul bij Zutphen en aanvullende maatregelen beneden- en bovenstrooms, ontstaat een optimale en duurzame oplossing voor de rode, blauwe en groene opgaven. Daarvoor is een ‘omwisselbesluit’ PKB van de minister van VenW nodig, dat nog in 2008 moet worden genomen. Een ander belangrijk project is de Apeldoorn Kanaalzone: herstructurering van een langgerekt, monofunctioneel bedrijvengebied van noord naar zuid, dat als een soort barrière het stedelijk (woon)gebied van Apeldoorn in tweeën deelt. Bij Zutphen wordt het bedrijventerrein De Mars gerevitaliseerd. Dit is een pilotproject van VROM voor ruimtelijke kwaliteit bedrijventerreinen en ook EZ ondersteunt de herstructurering van De Mars ter versterking van de bereikbaarheid en het functioneren van de hele logistieke keten. De ontwikkeling van al deze locaties vraagt tevens om passende infrastructurele maatregelen, zoals een goede ontsluiting richting het hoofdwegennet. Om de ‘Groene Pracht’ rondom en tussen de steden te behouden zet de Stedendriehoek in op inbreiden, herstructureren en revitaliseren in steden en dorpen. Voor het goederenvervoer van en naar de Stedendriehoek is naast het Twentekanaal de IJssel belangrijk, die de verbinding vormt met zowel het Twentekanaal als het IJsselmeer. VenW onderzoekt in de planstudie Bovenloop IJssel welke verbeteringen van deze vaarweg tussen Arnhem en Zutphen wenselijk zijn.
Meer informatie
3.4.5 Zwolle - Kampen Netwerkstad
Zwolle - Kampen Netwerkstad is een samenwerkingsverband tussen beide steden met de provincie Overijssel als partner. Zwolle heeft een belangrijke regionale functie op het terrein van werkgelegenheid, voorzieningen, onderwijs en zorg en groeit de komende jaren fors van ruim 115.000 inwoners nu naar 130.000 inwoners in 2020. Het relatief hoge aantal arbeidsplaatsen (80.000) zal de komende jaren nog fors toenemen. Zwolle heeft zich door haar gunstige ruimtelijke ligging de afgelopen decennia ontwikkeld tot scharnierpunt tussen het landsdeel Noord met het Duitse achterland en de rest van Nederland, en met name de Randstad en is een belangrijk economisch kerngebied in Nederland. Deze ontwikkeling komt vooral door de goede bereikbaarheid over weg (A28 en A50), spoor (tweede knooppunt van het land) en water (IJssel). Kampen met zo’n 50.000 inwoners concentreert zich de laatste jaren vooral op het behoud en de versterking van het onderwijs en de concentratie van watergebonden bedrijvigheid via de vorig jaar geopende Zuiderzeehaven. Beide historische binnensteden en het landschap vormen – naast de gunstige ruimtelijke ligging – het kapitaal van de Netwerkstad. Ze leveren een grote bijdrage aan de economische ontwikkelpotentie.
Voor de bereikbaarheid over de weg zijn van belang de netwerkaanpak West-Overijssel, uitvoering van de maatregelen voortkomende uit de gebiedsgerichte verkenning Regio Zwolle/A28/N35 en de ZSM maatregelen op het traject A28 Hattemerbroek - Zwolle - Meppel. Op het gebied van OV is de ontwikkeling van de stations Zwolle en Kampen-Zuid actueel mede in relatie tot de realisatie van de Hanzelijn in 2013. Zwolle investeert de komende jaren actief op het gebied van mobiliteitsmanagement. In het gebied spelen een tweetal majeure projecten die een combinatie vormen van bereikbaarheid en ruimtelijke ordening; IJsseldelta en Spoorzone Zwolle. Het project IJsseldelta valt in twee delen uiteen. Aan de noordzijde ligt het Nationaal Landschap IJsseldelta. Behoud van het oude, weidse landschap door ontwikkeling van specifieke sectoren, met name de melkveehouderij, staat hierbij centraal. Grootschalige stedelijke ontwikkelingen zijn niet mogelijk. Aan de zuidzijde vindt een integraal gebiedsontwikkelingsproject plaats in de vorm van de aanleg van een blauwe bypass van de IJssel (nodig in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier) in combinatie met de versterking van infrastructuurverbindingen en de realisering van rode en groene functies. In dit kader zijn afspraken gemaakt tussen de regio en het rijk over de consequenties van de IJsseldelta-ontwikkeling voor de Hanzelijn en de N50. De eventuele keuze voor het project IJsseldelta gaat gepaard met een omwisselbesluit in het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier. Besluitvorming hierover vindt eind 2008 plaats. Het rijk (EZ) draagt bij aan de herstructurering van het bedrijventerrein Haatlanden bij Kampen. De herstructurering is gerelateerd aan de aanleg van de nieuwe Zuiderzeehaven en het nieuwe Bedrijvenpark Rijksweg 50, die samen naar verwachting circa 3.000 nieuwe arbeidsplaatsen opleveren. De vestiging van glastuinbouwbedrijven in de regio kan worden geconcentreerd in het LOG Kampen.
Het regionale project Spoorzone Zwolle bevat een ruimtelijke ontwikkeling van 100 hectare en het opwaarderen van het station Zwolle als op- en overstappunt voor trein- en busreizigers en fietsers en automobilisten met meer dan 80.000 in- en overstappers per dag.