Home > beleidsterreinen > realiseren > 2.2 Realiseren van complexe ruimtelijke opgaven en kwaliteit
2.2 Realiseren van complexe ruimtelijke opgaven en kwaliteit
2.2.1 Algemeen
Vooral in en bij de verstedelijkte gebieden waar de druk op de ruimte en het leefmilieu het grootst is, komen een aantal ruimtelijke uitdagingen bij elkaar waardoor complexe gebiedsopgaven ontstaan. Een integrale aanpak op alle overheidsniveaus is nodig om zowel nu als in de toekomst te zorgen voor de kwaliteit van de leefomgeving. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling vraagt om samenhangende, integrale gebiedsontwikkeling ingebed in (boven)regionaal afgestemde planontwikkeling. Integrale gebiedsontwikkeling helpt kwaliteit te verhogen en faciliteert efficiënt ruimtegebruik. Mede ter bevordering van deze ontwikkeling geeft het rijk op basis van de Nota Ruimte prioriteit aan de ontwikkeling van de nationale stedelijke netwerken en van de veelal binnen deze netwerken gelegen economische kerngebieden. In dat licht maakt het rijk waar nodig en mogelijk afspraken met de regio over:
- de gecoördineerde inzet van rijksinstrumentenen -middelen;
- de vroegtijdige afstemming van rijksinvesteringen in de nationale ruimtelijke hoofdstructuur op de regionale afspraken.
- facilitering van de samenwerking en planvorming.
Het rijk wil deze afspraken vastleggen in gezamenlijke agenda’s van rijk en regio: de gebiedsagenda’s. In deze agenda’s worden de ambities van rijk en regio met betrekking tot de integrale ruimtelijke ontwikkeling voor de korte en middellange termijn vastgelegd. Daarbij wordt tevens aangegeven wat rijk en regio gezamenlijk doen. Deze agenda’s vormen de basis voor de bestuurlijke overleggen tussen rijk en regio’s en voor de daaruit voortvloeiende afspraken die in het MIRT worden vastgelegd. Dit betekent dat de huidige, op de regio gerichte agenda’s (zoals de ontwikkelagenda’s van de nationale stedelijke netwerken, de samenwerkingsagenda’s vanuit de netwerkanalyses P/RVVP’s en de gebiedsdocumenten ten behoeve van de verstedelijkingsafspraken 2010-2020) worden geïntegreerd. Het rijk wil in de komende periode met de regio’s veel energie investeren in het tot stand brengen van deze gebiedsagenda’s zodat deze benut kunnen worden voor het MIRT 2010.
Daarnaast bevordert het rijk de integrale gebiedsontwikkeling door onder meer een gerichte en selectieve inzet van het Nota Ruimtebudget. Ook investeert het rijk in de stimulering van de kwaliteit in ruimtelijke planvorming en doorwerking van het nationaal ruimtelijk beleid. Dit betekent onder meer de afstemming tussen rijksbesluitvorming over infrastructuur, openbaar vervoer, groen, natuur en regionale ontwikkelingsagenda’s. Zo wordt er in het kader van de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) gewerkt aan integrale ontwikkelingsplannen voor de toekomstige halteplaatsen van de HSL/T en hun omgeving. Het gaat hierbij om het station Amsterdam Zuidas en de centraal stations van Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem en Breda. Doel is dat deze stations en hun omgeving toplocaties worden voor wonen, werken en voorzieningen om daarmee de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Daarnaast zet het rijk ter bevordering van de transformatie met kwaliteit van centrumstedelijke locaties het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK). Alle 37 projecten, waarvan het merendeel is gelegen in het stedelijk gebied, zijn voor wat betreft de rijksbetrokkenheid overgegaan van uitwerkingsfase (planstudiefase) naar realisatiefase. Voorbeelden hiervan zijn Arnhem Rijnboog en Leeuwarden Nieuw Zaailand. Voor een aantal projecten staat de integrale ontwikkeling van infrastructuur en stedelijke ontwikkeling centraal, zoals de A2-passage Maastricht, de W4 Masterplan-Leiderdorp en Spoortunnel Delft.
In het verlengde van de Nota Ruimte en de in dat kader ingediende moties Lemstra (EK 29435, nr. D) is – als onderdeel van het Programma Randstad Urgent (zie tekstbox 1) – een integrale langetermijnvisie voor de Randstad opgesteld (Randstad 2040). Randstad 2040 bevat keuzes van het kabinet voor de lange termijn om bij te dragen aan een duurzame en concurrerende Europese topregio. Met een aantal uitvoeringsallianties wordt reeds invulling gegeven aan deze langetermijnvisie (zie tekstbox 2).
Ruimtelijke kwaliteit wordt vaak beïnvloed door de aanwezigheid van infrastructuur. Wegen, spoorwegen en vaarwegen en de daarin opgenomen kunstwerken zijn karakteristieke beeldelementen in het landschap. Deze verbindingen bepalen in hoge mate ruimtelijke en economische ontwikkelingen en in samenhang daarmee het aanzicht van stad, dorp en landschap. Vooral langs snelwegen is goed zichtbaar hoe het samenspel tussen bereikbaarheid, economische ontwikkeling en beschikbare ruimte kan leiden tot het vollopen van gebieden met bebouwing en tot een afname van ruimtelijke kwaliteit. Bijzondere landschappen en panorama’s verdwijnen, de variatie van stad en land komt onder druk te staan en ook de afwikkeling van het autoverkeer wordt door voortgaande dichtslibbing van gebieden gehinderd. Integraal gebiedsgericht (na)denken over de kwaliteit van infrastructuur en ruimte biedt kansen om deze negatieve spiraal te doorbreken en de kwaliteit van weg en omgeving te verbeteren.
Het rijk heeft in de structuurvisie voor de snelwegomgeving, getiteld ‘Zicht op Mooi Nederland’ zijn visie gegeven op de relatie tussen de snelweg en zijn omgeving. Met deze structuurvisie wordt voortgebouwd op het programma Routeontwerp van snelwegen. Doel is om de ruimtelijke kwaliteit van de snelweg en zijn omgeving te verbeteren (zie tekstbox 3). Specifiek wordt aandacht besteed aan het behoud van snelwegpanorama’s, vanwege de kwetsbaarheid van het open zicht op de landschappelijke kwaliteiten. Het is van belang dat de overheden op basis van gedeelde visies werken aan de snelweg en/in de omgeving. Provincies worden gestimuleerd om integrale visies op de snelwegomgeving te ontwikkelen. De bestaande routeontwerpen dienen hierbij als voorbeeld.
2.2.2 Nota Ruimtebudget
Voor de uitvoering van de Nota Ruimte is voor de periode tot en met 2014 € 1 miljard beschikbaar gesteld. Het budget is bedoeld voor complexe integrale gebiedsontwikkelopgaven, die een nationale betekenis hebben en een aanzienlijke mate van rijksbetrokkenheid vragen. De integrale opgaven betreffen, naast versterking van de concurrentiepositie, vraagstukken van duurzaamheid, klimaataanpassing, versterking van het landschap, verbetering van de infrastructuur en binnenstedelijke herstructurering. In hoofdstuk 5 is per project omschreven welke opgaven er precies spelen. Het kabinet streeft naar versterking van de samenhang en kwaliteit in de besluitvorming, zodat zowel nu als in de toekomst wordt gezorgd voor een hoge kwaliteit van de leefomgeving en efficiënt gebruik van de ruimte. Om in aanmerking te komen voor het Nota Ruimtebudget moeten enkele fasen worden doorlopen. Het gaat om de verkenningsfase (waarin onder meer een kosten-batenanalyse moet worden uitgevoerd en getoetst), uitwerking/planstudiefase (uitwerking en beoordeling van de businesscase), besluitvormingsfase en de uitvoeringsfase. Deze procedure wordt overigens samen met de andere ruimtelijke rijksspelregelkaders geharmoniseerd in het nieuwe MIRT spelregelkader.
Het kabinet heeft 23 integrale gebiedsprojecten geselecteerd voor het Nota Ruimtebudget, onderverdeeld in zes gebiedsopgaven:
- Haarlemmermeer-Amsterdam-Almere: Noordelijke IJ-oevers, Schaalsprong Almere 2030 en Gebiedsontwikkeling Haarlemmermeer;
- Leiden-Rotterdam-Antwerpen: Stadshavens Rotterdam, Den Haag Internationale Stad, Mooi en Vitaal Delfland, Zuidplaspolder en (als alternatief voor de Hoeksche Waard) Nieuw Reijerwaard in Ridderkerk en Westelijke Dordtse Oever in Dordrecht;
- Groene Hart en Veenweiden: Oude Rijnzone, Westelijke Veenweiden (inclusief Groot Mijdrecht Noord) en Nieuwe Hollandsche Waterlinie;
- Zuidoost Brabant-Noord Limburg: Eindhoven A2 zone, Brainport Eindhoven en Greenport Venlo (Klavertje 4);
- Kust- en Rivierengebied: IJsseldelta (Kampen), IJsselsprong (Zutphen), Waterdunen en Nijmegen omarmt de Waal;
- Overige nationale stedelijke netwerken en greenports: Groningen Centrale Zone, Apeldoorn Kanaalzone, Maastricht Belvédère, Centraal Station Twente / Hart van Zuid Hengelo, Den Bosch Spoorzone en Transitie Greenports (7 deelprojecten).
Voortgang Nota Ruimtebudget
Met de uitvoering van deze projecten wordt invulling gegeven aan de kabinetsdoelstelling om tot een duurzame ruimtelijke inrichting van Nederland te komen. Voor vijf projecten is de bijdrage reeds toegekend. Het betreft Noordelijke IJ-oevers, Den Bosch, Transitie Greenports, Greenport Venlo (Klavertje 4) en Scheveningen Boulevard (onderdeel van Den Haag Internationale Stad). Het kabinet stelt dit jaar voor nog enkele projecten de bijdrage vast. Voor de meeste overige geselecteerde projecten zal eind 2008 de verkenningsfase zijn afgerond. Eind 2009 heeft het kabinet naar verwachting voor praktisch alle projecten de bijdrage uit het budget vastgesteld. De communicatie, kennisontwikkeling en –overdracht ten aanzien van de betekenis van de Nota Ruimtebudgetprojecten voor de verschillende ruimtelijke doelstellingen wordt de komende periode actief opgepakt.