Home > beheer_en_onderhoud > inleiding > 7.1 Inleiding
7.1 Inleiding
7.1.1 Beheer en onderhoud hoofdwatersystemen, rijkswegen en hoofdvaarwegen
Sinds 1 januari 2006 is Rijkswaterstaat een agentschap. Rijkswaterstaat wordt aangestuurd op het gebied van beheer en onderhoud via prestatiesturing (service level agreements: SLA’s) en projectsturing (groot variabel onderhoud: GVO).
Prestatiesturing
De aansturing van klein (minder dan € 30 mln) variabel onderhoud en vast onderhoud rijkswegen, hoofdvaarwegen en watersystemen is geregeld via prestatieafspraken, de zogeheten service level agreements. In de SLA’s wordt vastgesteld welk voorzieningenniveau voor de infrastructuurnetwerken (producten en diensten) Rijkswaterstaat zal leveren, gegeven de daarvoor beschikbare middelen. De SLA’s die zijn afgesloten voor beheer en onderhoud gelden voor een periode van vier jaar. Indien daar aanleiding voor is kunnen ze in de tussentijd uiteraard wel aangepast worden. In de SLA’s wordt onderscheid gemaakt tussen basis- en servicepakketten. Het basispakket biedt het onderhoudsniveau waarbij de afgesproken kwaliteit wordt gehandhaafd. De omvang is gebaseerd op:
- Intrinsieke normen: het gaat hier om technische randvoorwaarden die bepalend zijn voor de kwaliteit van delen van de infrastructuur. Een voorbeeld hiervan is de noodzaak om metalen onderdelen te conserveren ter voorkoming van roestvorming.
- Externe normen: deze komen voort uit beleidsbeslissingen uit het verleden die nog steeds actueel zijn. Vaak zijn deze vastgelegd in Weten regelgeving, bijvoorbeeld Arbo-wetgeving of de Nota Mobiliteit.
- Serviceniveaus voor gebruikers: de gewenste service levels kunnen betrekking hebben op de veiligheid, de doorstroming of het comfort voor de gebruiker in tijdelijke of permanente omstandigheden. Een voorbeeld hiervan is de mate waarin verkeershinder beperkt wordt bij wegwerkzaamheden.
Uiteraard geldt voor alle normen gezamenlijk dat Rijkswaterstaat bij de uitvoering ervan streeft naar optimalisatie tussen zo laag mogelijke kosten en het garanderen van de gewenste functionaliteit.
Boven op het basispakket zijn er extra servicepakketten. Met de servicepakketten wordt beoogd te komen tot een verdere verbetering van de kwaliteit van het areaal of een betere serviceverlening aan de gebruiker. Oogmerk van deze verbetering kan zijn te komen tot meer veiligheid, meer kwaliteit van de leefomgeving, een vlottere doorstroming of een betere dienstverlening aan de gebruiker. Het servicepakket bevat bij de rijkswegen ook het inhalen van het achterstallig onderhoud.
In de SLA’s zijn prestatie-indicatoren met betrekking tot de volgende onderwerpen opgenomen:
- de kwaliteit van het netwerk;
- de kwaliteit van de serviceverlening.
De bekostiging van de prestatieafspraken vindt in principe plaats op basis van een tarief (P) per eenheid areaal (Q). Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken, wordt gebruik gemaakt van een palet aan prestatiebestekken en andere geïntegreerde contractvormen. Daarbij worden verschillende soorten werkzaamheden gecombineerd in één integraal contract met één prijs. Daardoor is het niet mogelijk om in de verantwoording de verschillen in de opbouw van het tarief toe te lichten. De kostenbepalende factoren zijn immers niet meer afzonderlijk zichtbaar. Om toch een goed beeld te houden van de opbouw van het tarief wordt dit elke vier à vijf jaar opnieuw geijkt op basis van een audit.
Projectsturing
Beheer- en onderhoudsprojecten van € 30 mln of meer worden aangestuurd volgens de MIT/SNIP-systematiek. Voor het plan van aanpak achterstallig onderhoud tot en met 2010 aan rijkswaterwegen gaat het ook om projecten kleiner dan € 30 mln. Per project worden afspraken gemaakt over het te leveren product, de start- en opleverdatum en het taakstellend budget. Daarnaast worden ook afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheids- en risicoverdeling. Sinds de begroting 2005 zijn deze projecten opgenomen in het MIT/SNIP projectenboek.